Het vochtgehalte van de noten is cruciaal voor de optimale droogtijd. Aan het einde van het droogproces moeten de notenkernen een restvochtgehalte hebben van ca. 6 – 12% en tot 50% van hun eigen gewicht hebben verloren.
Vochtmeters worden gebruikt om het vochtgehalte van de noten te bepalen. Deze bepalen het percentage vocht in de noten. De vochtmetingen worden vervolgens gebruikt om te bepalen of de noten volledig zijn gedroogd of dat het droogproces moet worden verlengd.

Met de vochtmeter kan het restvocht van de noten snel en eenvoudig worden bepaald. Hiervoor worden de te drogen noten gebroken in kleinere stukjes van ongeveer 10 – 15 mm. Vervolgens worden de schaal- en kernstukken als monster in de meetkamer geplaatst. Het deksel wordt gesloten en het vochtgehalte wordt in enkele seconden bepaald. Voor een zeer nauwkeurig en representatief meetresultaat dient het meetproces 3 keer te worden herhaald. De vochtmeter kan gebruikt worden voor noten en granen.